Egbert Spinder voer op een beurtschip met vracht door Friesland. Bij een van de tochten heeft een stier hem een voet kapot geschopt. In verband met het transportwerk woonde hij ook een tijdje in Leeuwarden en Gorredijk.
Later werd Egbert Spinder vrachtrijder op een vrachtauto, in dienst van dhr. Broekstra aan de Stationsweg in Drachten. Later nam hij de zaak van hem over, met Haarma als compagnon.
In de 2e Wereldoorlog werd de vrachtauto gevorderd door de Duitsers. Tijdelijk kon er toen nog wel transporten worden gereden, maar alleen naar de vliegbasis in Leeuwarden. Later raakte Egbert Spinder zonder werk.
Op aandringen van het arbeidbureau in Drachten ging hij aan het werk in Duitsland, zodat het gezin nog enig inkomen zou hebben. Hij kwam terecht bij een transpporteur in Werl, de firma Stemann. In juli 1941 zou hij terugkomen naar Nederland. Enkele dagen hiervoor kreeg hij een ongeluk met een vrachtauto. Op een helling in Werl stopte de vrachtauto. Egbert Spinder probeerde de vrachtauto tegen te houden om te voorkomen dat hij van de helling afrolde (hij stond bekend als een heel sterke man). Daarbij raakte hij bekneld tussen de vrachtauto en de aanhanger. Hierbij liep hij gebroken ribben en een geperforeerde long op. Hoewel hij nog wel verpleegd is, is hij enkele dagen later aan de verwondingen overleden.
Het bericht van zijn overlijden werd in het gezin in Drachten eerder dan het bericht van het ongeluk. Egbert Spinder werd in Werl begraven. Na de 2e Wereldoorlog volgde een herbegravenis in Drachten.